Dat Jan Wolkers van borsten hield weet iedereen. Daarom viel hij waarschijnlijk ook als ‘een blok’ voor het “tillenbeest” een marmeren sfinx voor op de schoorsteenmantel met flinke grote borsten.
Aan het einde van de oorlog ging Jan Wolkers eens kijken of zijn zuster nog steeds in het kasteel “Oud Poelgeest” verbleef. Daar hadden de Duitsers zich gevestigd en zijn zus vree met hen. Maar van de Duitsers was geen spoor te bekennen (ze waren naar het Oostfront vertrokken) en ook zijn zuster was er niet meer.
Het mooie kasteel lag er verlaten bij en de 20- jarige Jan Wolkers zwierf door de zalen. De mooiste zaal was de “drakenzaal”. Aan de muren hingen gobelins, de kozijnen waren versierd met prachtig houtsnijwerk en het plafond met de kroonluchter was versierd met draken.
En daar op de schoorsteenmantel stonden de twee sfinxen. Wolkers omschrijft de sfinx alsvolgt:
“Als een steen geworden uitdaging aan Paulus ligt daar een sfinx in rood marmer, zwart dooraderd. Het leeuwinnenlichaam is kundig en met begrip voor de anatomie gehouwen. Het Griekse godinnengelaat heeft de starre uitdrukking die het een geheimzinnige zielloosheid verleent. Op de voorpoten rusten een paar volle borsten, waarvan de welgevormde gelijkmatigheid nog eens ten overvloede komt bewijzen dat hier slechts een kundig decorateur aan het werk geweest is. Het zijn deze lichaamsdelen die het mythologische wezen aan zijn naam hebben geholpen: het tillenbeest.
Moet je hem niet aan de tillen nemen, vroeg mijn vader aan mijn moeder als er weer een baby schreeuwend van honger in de wieg lag.
Tillen zijn dus blijkbaar borsten. Jan Wolkers nam een tillenbeest mee naar zijn ouderlijk huis (ook in Oestgeest) en daar belandde het ook op de schoorsteenmantel. De volgende nacht ging hij terug met een vriend om ook de andere sfinx te halen. Maar de vriend wilde ook een hele zware spiegel mee nemen die ze met zijn tweeen amper konden dragen. Daarom besloot Jan om de sfinx in een gat in de grond in het bos te verstoppen. Toen hij hem eringooide kwam er een hele hoop stront naar boven. Het bleek een latrine te zijn. Ook zag hij in een flits het hoofd van zijn zuster tussen de uitwerpselen liggen.
Het tweede tillenbeest is nooit meer terug gevonden. Of het deel over de zuster waar is, of dichterlijke vrijheid, weet ik niet. Hier stopt het eerst verhaal uit het eerst boek van Jan Wolkers “Serpentina’s petticoat”
Pas na de dood van Jan Wolkers keerde het eerste Tillenbeest terug naar Oud Poelgeest. Een andere ‘kundige vakman’ maakte het tweede beeld na en nu zijn ze weer samen te bewonderen in de drakenzaal van landhuis (want eigenlijk is het geen echt kasteel) Oud Poelgeest.
Waarom schrijf ik dit nou allemaal? vraagt u zich misschien af. Omdat ik zondag in Oud Poelgeest was om daar de 70- jarige verjaardag van Sjef, de man van mijn tante Baja, te vieren. We kregen er een rondleiding en de gids vertelde over de geschiedenis van de sfinxen. Thuisgekomen ging ik meteen ” het Tillenbeest” lezen en dit is zo’n goed verhaal dat ik het graag met jullie wilde delen.
Bedankt Sjef, voor dit mooie feest op deze prachtige locatie en voor dit fantastische verhaal.
Alsnog van harte gefeliciteerd met Sjef, en ik snap dat je dan meer wilt weten of zoiets, hahaha dat heb ik ook vaak als ik mij weer even onderdompel in de geschiedenis van iets, of ik dat nu zelf uitzoek, of dat het op mijn pad komt 😉
x
LikeGeliked door 1 persoon