Wat een enorm leuke stad is Edinburgh. Ik ben er echt verliefd op geworden en 3 dagen om het te bekijken is prima, maar langer was ook leuk geweest want er is nog zoveel dat ik zou willen doen. Maar ja, des te meer reden om nog een keer terug te gaan.
Inmiddels zijn we alweer terug in Amsterdam en blijken Tobias en ik allebei corona te hebben. Tobias was al ziek de derde dag in Edinburgh, en testte vandaag, na thuiskomst positief. En ik wilde morgen naar mijn ouders toe dus testte ook maar even, en ja hoor… twee streepjes. Dat word voor mij de vierde keer corona. gelukkig voel ik me niet ziek. hopelijk blijft dat zo. Dus nu eerst maar even verder met mijn verslag over Edinburgh.

Ik had in mijn vorige verslag (Edinburgh 1) al geschreven over de heenreis op dinsdagnacht en de aankomst en eerste dag. Nu ga ik dus verder met de donderdag, de dag waarop wij eens flink de toerist gingen uithangen.
Na een ontbijt in eigen huis gingen we op stap naar de “Old town” Gelukkig is hier in Edinburgh bijna alles te lopen want op die manier zie je toch het allermeest. Daarom nu eerst even wat straatfoto’s








Om bij de Old Town te komen moet je flink klimmen. Het kasteel ligt dan helemaal bovenaan de Royal Mile. Dat is de straat die leidt naar het Edinburgh Castle en waar verder ook bijna alle toeristische attracties zitten. Aangekomen bij het kasteel bleek online kaartjes kopen goedkoper (nog steeds f*cking duur hoor, maar dat is alles hier) dus dat deden we en meteen daarna konden we naar binnen. Het kasteel is heel groot en er is van alles te zien van kerkers en torens tot de kroonjuwelen en van een militair museum tot de ridderzaal van Queen Marry. Net voor vertrek had ik natuurlijk nog even de film “Mary Queen of Scots” gekeken dus ik herkende van alles.










We bleven ongeveer 1.5 uur in het kasteel en hadden toen nog niet alles gezien maar na een tijdje heb je het ook wel weer gehad met al dat Spartaanse leven van vroeger gecombineerd met rijen verwende toeristen die overal langs schuifelen. We gingen lunchen bij een heel goede thai in een straatje achter de Royal Mile. Het heette Nok’s Kitchen en is wat mij betreft een echte aanrader.



Ook hadden we online toen al kaartjes gekocht voor de andere hele toeristische attractie namelijk “The real Mary Kings Close” Met een gids ga je dan onder de grond in de vroegere straatjes van de oude stad waar iedereen in hele smalle steegjes woonden van wel 12 verdiepingen hoog en die na een tijdje onder de grond kwamen te liggen omdat de Schotse overheid er een gebouw bovenop zette. Een “Close” is een heel smal steegje. De gids vertelde heel enthousiast allemaal dingen over het leven vroeger in de stad en over de pest en hoe mensen daar mee om gingen. Het was indrukwekkend te zien in wat voor omstandigheden men vroeger leefden. Helaas mocht je geen foto’s maken en kon je dan wel weer voor 10 euro extra een foto kopen, waar ik natuurlijk weer eens mijn ogen dicht had.









Nadat we dat allemaal gedaan en gezien hadden wilde de jongens ook nog een berg gaan beklimmen, namelijk Arhur’s Seat. Een klim omhoog van ongeveer een uur naar een kale bergtop waar het uitzicht prachtig is maar waar verder niets is. Daar had ik dus geen zin in. Ik ging een kopje thee drinken in een pub en wachten tot de mannen klaar waren met hun klim. Ze waren ook wel moe toen ze in de pub aankwamen. We dronken een “pint” (of cola) en besloten in ons appartement te eten. Om 21.00 uur lagen we alle 4 moe maar voldaan in bed. Hieronder nog wat foto’s en een filmpje van Tobias.



Vrijdag: Wat hoog op mijn lijstje stond van dingen die ik wilde doen in Edinburgh was een stuk wandelen van het wandelpad “The water of Leith Walkway”. Dit wandelpad loopt door Edinburg en helemaal naar de kust in Leith. Je krijgt daar, volgens alle reisgidsen een heel ander deel van Edinburgh te zien en daar was ik benieuwd naar. Om de kinderen enthousiast te krijgen voor nog een wandeling downloadde we de app Geocach opnieuw op de telefoon en gingen we “wandelen/geocashen” (even voor de mensen die niet weten wat dat is: Je moet dan op zoek naar geocaches. Dat zijn kleine schatten/kokertjes die verstopt liggen en die je, met behulp van aanwijzingen een een kaart op je telefoon moet zoeken. Je kan dit doen op allerlei plekken over de hele wereld. Het is leuk, het kost niets en je krijgt je kinderen mee de natuur in)
Het wandelpad liep 3 minuten van ons appartement af en we volgden het naar Stockbridge en verder naar Dean village. Onderweg maakten we nog even een stop bij the botanical gardens. Mooi, maar nu de verkeerde tijd van het jaar m te bezoeken. De kas (die geloof ik echt de moeite waard is) was ook nog dicht. Je kan bij de ingang van het park wel lekker lunchen/ een taartje eten.










Tobias voelde zich toen al niet zo lekker en na de lunch bij Th Painted Rooster liep hij naar huis en wij nog via het centrum naar de Lego-winkel want dat is een vaste prik op onze stedenvakanties, altijd even naar de Lego-winkel.



We hadden bedacht dat we toch ook in ieder geval 1 keer s’avonds uit eten zouden gaan, maar Tobias was echt ziek en lag alleen maar in bed en de jongens en ik besloten pizza te eten en een film te kijken op Netflix, namelijk “Labyrinth” met poppen van Jim Henson en als mensen David Bowie en Jennifer Connely.
Over de volgende dag valt niet heel veel te vertellen. We moesten om 10.00 uur ons appartement uit en om 13.00 uur de trein nemen. Tobias was nog steeds ziek. Ik bedacht dat we, om die tussenliggende uren te overbruggen het beste naar het museum naast het treinstation konden gaan. Het was gratis, we konden onze bagage kwijt, we bekeken even kort de schilderijen van The Scottish National Gallery en we gingen eindelijk een real scottisch breakfast proberen in het museum-restaurant.







Daarna liepen we naar het station, maakten weer de prachtige treinreis naar Newcastle, stapten op de bus en daarna op de boot. Louis, Ole en ik gingen s’avonds nog naar de film op de boot; Puss in Boots, The last wish (ook weer een aanrader. Ik vond hem echt leuk en de jongens al helemaal). Dit keer sliepen we wel goed op de boot, ondanks hele assosiale Engelse dames naast ons als buren die midden in de nacht uit de bar naar hun hut terug keerden en die zo hard schreeuwden en zoveel lawaai maakten dat je dacht dat ze hun hele slaapkamer kort en klein sloegen. Maar dat stopte gelukkig heel snel (van dronkenschap vielen ze waarschijnlijk allemaal snel in slaap) en was ook wel weer een grappig fenomeen.
En het was natuurlijk heel fijn om Tijger weer te zien.