De torretjes tegen de mieren
Op een dag waren de torretjes leuk aan het spelen in hun torretjesdorp. Iedereen leefde in rust en vrede. En iedereen kende elkaar en groette elkaar. De kindertorretjes kwamen uit school en gingen met elkaar buiten spelen. De volwassene torretjes kwamen uit werk en gingen met elkaar gras eten. De babytorretjes kwamen uit de crèche en gingen met elkaar kruipen.
Maar toen kwam er een keihard mierenalarm door het dorp. Die hadden ze ervoor als de mieren dichtbij waren. Iedereen raakte in paniek en gingen zich in hun huisjes verstoppen, in hun kleine kamertjes. Iedereen had huisjes van vazen, kopjes thee, mokken en blikjes. Het leger van de torretjes kwam in actie. Het leger van de mieren waren met veel meer. En ze waren vaak ook veel sterker. De koning van de mieren zei geef jullie over. En de koning van de torretjes zei± waarom sluiten we niet gewoon vrede= Alle mieren schreeuwden, nee natuurlijk niet, we willen jullie dorp in beslag nemen. Toen valden ze aan met kleine broodkruimels in kanonnetjes. Veel torretjes waren flauw gevallen. De koningin zat in het paleis te huilen in haar kleine kamertje.
Torretje Jonas, torretje Louis en torretje Ole waren bij elkaar aan het spelen en zaten te verstoppen in een van hun kamers. Ze hoorden het hele gesprek en hoorden de kanonnen afvuren. Louis zei: waarom gaan we niet gewoon proberen ze te verslaan? Toen zei Jonas: ja, dat is een goed idee. En Ole zei: Ik heb nog wat stokken liggen in mijn schuur. Laten we daar wat wapens mee gaan maken. Louis zei: Ik heb nog een geheim doosje waar drie katapulten in zitten voor noodgevallen, zoals deze. We gingen met de houten stokken wat zwaardjes maken. Die waren goed gelukt. We hadden ook nog wat klein ijzer over van een blikje. Daar konden we schilden mee maken. Toen waren we helemaal klaar. We slopen achter bij de deur van het theekophuis en gingen eruit. We gingen stiekem sluipen achter alle mieren.
Torretje Jonas zag ook nog wat bijenplas. En Ole had een blikje waar hij het bijenplas in deed. Toen zei Louis: dat kunnen we stiekem onder de voeten van de mieren gieten en Ole had nog lucifers in zijn zakje. Dat was eigenlijk net zoals gas met lucifers. Daar kon je een groot vuur mee maken om de mieren te verbranden. Jonas zei: is dat niet een beetje gewelddadig? Ja, wel een beetje, zeiden Louis en Ole, maar ze hebben ook ons leger doodgemaakt met de broodkruimels. Dat is waar zei torretje Jonas. Toen ging Ole zijn blikje open maken en goot het bijenplas onder de voeten van de mieren, die nog steeds aan het vechten waren met het torretjesleger. Toen haalde Ole ook nog zijn lucifers tevoorschijn. En hij stak het bijenplas aan. Veel mieren schreeuwden in het rond. En hun billen stonden in brand. Ze renden allemaal weg naar hun eigen dorp en we hebben er ook nog een paar kunnen schieten met onze kattepultjes, waar trouwens broodkruimels in zaten. Ook nog hebben we ze nog met zwaarden geslagen.
Toen kwam de koningmier naar ons toe. Ole vuurde snel een broodkruimel van de kattepulten naar hem toe, maar dat hielp voor geen mieremeter. Want de koning had een harnas aan. Wij pakten snel een schild van blikjes en een zwaard van de houten stokken. Toen keek ik naar Ole, maar ik zag Louis niet meer. Toen keek ik in het rond en zag ik hem achter de koning staan. En ik zag Louis met een soort van pilletjes in zijn hand. En hij pakte de koning vast en stopte de pil in zijn mierenkont. Hij gilde van de kriebel en opeens viel hij in slaap. De koning van de torretjes zei dat we iets te gewelddadig waren geweest, maar gaf ons toch een beloning. Dat was: hele mooie originele houten zwaarden. Wij waren erg blij.
Maar nu komen we terug op de mierenkoning. De mierenkoning was vastgehouden in de torretjesgevangenis. Die was gemaakt van blik. De volgende ochtend mochten wij naar de gevangenis om de mierenkoning te bezoeken, met de torretjeskoning natuurlijk. We gingen hem vragen om vrede te sluiten en de huizen van de mieren bij de huizen van het torretjesdorp te verhuizen. Hij moest nog veel nadenken en zei een uur lang niks. Toen gingen we allemaal weg en lieten hem nog een paar uur denken. Er zat wel een bewaker bij. Maar de mierenkoning had stiekem een klein cactuspijltje in zijn zak. En stak het in de kont van de torretjesbewaker. Hij was toen flauw gevallen. De mierenkoning pakte de sleutel van de bewaker en ging eruit. Hij deed nog bij een paar bewakers de cactuspijl in de konten. Die waren natuurlijk allemaal flauw gevallen. Toen zag de mierenkoning een telefoon van bamboe. En belde zijn hulpje die in het mierendorp was. En de mierenkoning zei: Ik kom er zo snel mogelijk aan. Een half uur later was de mierenkoning weer in zijn eigen dorp.
Ze hadden weer een nieuw mierenleger. Maar wat ze niet wisten dat torretje Jonas, torretje Louis en torretje Ole ze spioneerden. Toen kwam er een sprinkhaan aan. En hij gaf Jonas, Ole en Louis een slaapgasmiddel om op het mierenleger te gooien. En ze deden het. Iedereen was in slaap gevallen, en ook de mierenkoning. Ze sleepten de mierenkoning weer naar de gevangenis. Volgende dag kwam de torretjeskoning en Ole, Louis en Jonas aan bij de gevangenis en ze gingen weer vragen of de mierenkoning vrede wou sluiten. En met al de huizen te verhuizen naar het torretjesdorp. Dit keer zei de mierenkoning ja. En dat gebeurde. Bijna alle huizen waren al verhuisd naar het torretjesdorp en nu konden de mieren ook met de torretjes spelen. Ze hadden veel lol en gingen samen naar school. De volwassen mieren gingen met de volwassen torretjes gras eten. De kinderen van de school gingen met elkaar buiten spelen. De babytorretjes en de babymieren gingen met elkaar kruipen. En Louis, Ole en Jonas hadden nu ook nieuwe katapulten gekregen en schilden voor het geval dat. Ze gingen ook legertje spelen met de andere mieren. Dat deze de hele dag. De torretjes en de mieren leefden nog lang en gelukkig.
Getypt door: Sarah
Bedacht door: Jonas
Donderdag 8 november 2018, Curacao, Julianadorp.