Als de zomervakantie en daarmee onze tijd in de tuin erop zit, begint weer het grote opruimen. Ons huis puilt uit van de spullen. Het is rommelig en daardoor ongezellig en als je niet naar buiten kan (omdat het regent bijvoorbeeld) zit je op elkaars lip en zie je al die troep extra goed. Wij houden dus elk jaar, in plaats van een voorjaars-, een najaarsschoonmaak.
En waar beter te beginnen dan bij mijn eigen kledingkast. Ik probeerde alles waar ik niet blij van werd of al een jaar niet gedragen had, weg te gooien en dacht weer aan “Konmari” , het Japanse boek van opruimgoeroe Marie Kondo.

In het begin was ik erg enthousiast over deze methode en ik dacht dat het heel goed voor mij zou zijn die helemaal te gaan volgen, dus ik begon opgewekt (zie KonMari 1)
Steeds meer begon ik mij te ergeren aan dat gekke Japanse vrouwtje die opruimen helemaal te gek leuk vond en ons vertelden hoe wij ons leven op orde moesten brengen. Daarover schreef ik: KonMari 2, waar ik nu weer erg om moest lachen.
Maar waarom ik vooral afhaakte als Konmari-addict was stap 4. Het opruimen gebeurd in 4 stappen: je begint met kleren, daarna komen boeken en papieren, dan allerlei andere rommeltjes en als laatste (stap 4) komen de spullen met emotionele waarde zoals brieven, dagboeken en foto’s. Ook die moet je volgens Marie allemaal door je handen laten gaan en je afvragen hoeveel blijheid je er nu nog aan ervaart. Volgens Kondo zijn de foto’s, dagboeken en brieven “oude koeien”
De gedachte dat je het moet weggooien doet vaak de angst opwellen dat we daarmee ook die dierbare herinnering wegdoen. Maar daar hoef je niet bang voor te zijn. Echt dierbare herinneringen zullen nooit verdwijnen, ook al doe je de spullen die daarbij horen weg. We leven nu. Hoe mooi het vroeger ook was, we kunnen niet in het verleden blijven hangen.
Nou houd ik daar toevallig heel veel van (van een beetje in het verleden hangen) en koester ik mijn spullen met emotionele waarde.
Ik heb dozen vol met oude brieven, bijna allemaal geschreven toen ik op de middelbare school zat. Ik schreef ellelangen brieven met mijn vriendin Naomi waar ik ook op school de hele dag mee praatte en we telefoneerden ook nog heel veel. En als we dat dus niet deden schreven we elkaar over wat we aan het doen waren, wie we leuk vonden en over hoe de toekomst eruit ging zien. Daarnaast nog dozen vol brieven van vriendjes en andere vriendinnen, ansichtkaarten en briefjes die we elkaar schreven tijdens de les.
Ik heb een hele plank vol met dagboeken: bijgehouden van mijn 10e tot mijn 21e. Die gooi ik voor geen goud weg, al kijk ik er ook bijna nooit in.
Ik heb veel foto’s die nog niet ingeplakt zijn. Daar mag ik er eigenlijk maar een paar van bewaren. Ik heb al mijn periodeschriften van de vrije school bewaard. Dat zijn hele zelf geschreven en geïllustreerde boekwerkjes over van alles en nog wat. En als laatste heb ik alle sinterklaasgedichten van de afgelopen 30 jaar bewaard en in een plakboek geplakt (daar zal ik binnenkort een blog over schrijven).
Rot op, Konmari!!!! Dacht ik dus. Laat mij lekker tussen mijn oude troep leven! Daarom was ik ook zo blij met het artikel””happy Hoarder” dat dit weekend in het Volkskrant Magazine stond, geschreven door Stefanie Bottelier. De strekking van het verhaal: lang leve de zinloze verzamelingen. Dat is toch veel Leuker dan zo’n saai, leeg huis. Ook al kijk je er bijna nooit naar, onthoud altijd het motto: wie wat bewaart, heeft wat” Ik hoop dat jullie het allemaal gaan lezen.
Dus als ik toch wat weg moet gooien oké, Marie Kondo, tabee.
Wie schrijft, die blijft!
Nou toevallig vind ik weg gooien als ik een opruim woede heb., heerlijk het lucht echt op en voel me ook altijd schoon van binnenToen ik ging verhuizen hen ik rigoreus oude brieven en zo weg gegooid, sommige met twijfel, maar toch gedaan, ook al zodat niemand het vind als ik er niet meer ben (!)
Zo iemand als een Kondo heb ik niet nodig, op ruimen is gewoon opruimen.
Happy hoarder?? Ben benieuwd wat daar in staat..
Je hebt goed opgeruimd Jits, vergeet die bovenste plank niet geen gezicht! 😉
LikeLike