o-soto-gari

Er zullen mensen zijn die het beroep van kleuterjuf misschien te infantiel vinden voor zichzelf. Ze willen niet de hele dag bezig zijn met het leren tellen tot 10, de letters aanleren en (roze) torens bouwen. Ze willen niet 26 kleuters om zich heen die een spanningsboog van minder dan vijf minuten hebben, ze willen niet de hele dag in dat lawaai zitten, altijd maar geduldig moeten zijn, kinderen troosten die het moeilijk vinden dat papa of mama weggaan. En ze willen vooral niet de hele dag door al die veters strikken, ritsjes dichtdoen en mutsen opzetten en al die enorme snottebellende, in het rond niezende kleuters die dan zo af en toe ook nog in hun broek plassen of poepen.

kleuter

Dat is allemaal waar maar daar kan ik dan weer tegen inbrengen dat kleuters al enorm wijs zijn, dat je goed met ze kan praten en lachen en dat je voor je werk heel veel liefde terugkrijgt. Dat het erg belangrijk is wat je met ze doet, omdat de kleutertijd mede- bepalend is voor de rest van hun schoolloopbaan en dus de rest van hun leven. Dat het een hele afwisselende baan is met  “Never a dull moment” , Dat het niet zo simpel is als het lijkt omdat er heel wat pedagogische en educatieve vaardigheden bij komen kijken. En vooral: dat je er elke dag weer heel blij van wordt.

Maar….. Je hebt van die weken..

En dan heb ik heb ik het eigenlijk nog niet eens over de kinderen zelf maar meer over de naschoolse activiteiten die je hebt als juf.

Gisteren leerden we, met alle juffen van de school (meesters hebben we helaas niet meer) hoe we de kinderen kunnen leren mozaïeken.  En op welke manier kan je dat nou het beste aan ze leren? Juist, door het zelf te doen. Na een uurtje geploeter en gepriegel, gemopper en gevloek, snijden in je hand en lijm op je vingers was dit het resultaat.

’s Avonds thuis moest ik nog een collage in elkaar knutselen voor een collega die met pensioen gaat. Nog meer gefröbel dus.

Eergisteren kregen alle juffen van de onderbouw muziekles van iemand van het concertgebouw. Daar stonden we dan in een kringetje liedjes te zingen over eendjes met rode teentjes. Ook leerde ze ons een dans op een heel stom hoempapa- muziekje. We moesten door het lege klaslokaal lopen als reuzen met grote stappen over de eieren heen of juist heel voorzichtig of zigzaggend.

en dan als klap op de vuurpijl vandaag. We hadden studiedag over coöperatieve werkvormen en over de verschillende leerstijlen van kinderen. En in plaats van dat ons gewoon te vertellen, moesten we het ervaren door middel van judo. In het speellokaal lagen allemaal matten op de grond. Wij kregen een judo- worp uitgelegd: de o-soto-gari. Dit gebeurde op drie verschillende manieren: visueel (met een filmpje), auditief (uitleg op een bandrecorder) en door het te voelen (met je ogen dicht de worp uitvoeren terwijl een ander zachtjes vertelt wat je moet doen). En steeds moesten we oefenen en dus elkaar op de grond gooien. Ik vergeet de o-soto-gari nu nooit meer.

o-soto-gariNee…. soms valt het nog niet mee om een juf te zijn, maar afwisselend is het in ieder geval wel.

Eén reactie

  1. Plaatje, praatje, daadje blijft een methode die werkt voor elk mensenkind.
    De o-soto-gari zal ik alleen nooit in mijn lessen gaan toepassen ……

    Vriendelijke groet,

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s